Modes van documentaire (2/4)
Heb je nog een podcasttip #89? Tips: Ko en de Boomgaard en Loud Numbers
De komende negen dagen vindt de 35e editie van IDFA, het documentaire festival van Amsterdam plaats. Een goede aanleiding om jullie mee te nemen in de volgende stap van de zoektocht naar hoe we tot een nieuw begrip van het medium podcast kunnen komen, als we de term “verhalende podcast” afschaffen.
Ik heb voor nu het volgende plan voor de komende nieuwsbrief edities. Vandaag beginnen we heel abstract, volgende keer komen we over genres te spreken en wordt het al iets concreter. Ten slotte ga ik op zoek naar de elementen die een verhaal maken en wil ik nog terugkomen op wat van jullie reacties. Je zou dat voor je kunnen zien als het deconstrueren van “verhalende podcast” van heel abstract (bottom-down) naar heel specifiek (bottom-up).
Helaas vrees ik dat deze week het langste én taaiste gedeelte gaat worden. Dus ik voeg - zoals dat gebruikelijk is in podcastland - een persoonlijk stukje in. Zelfs met toegevoegde kopjes, dan kan je makkelijker skippen.
Persoonlijk stukje
Het persoonlijke stukje is tegelijkertijd een disclaimer, achtergrondinformatie en een poging tot het bestendigen van mijn autoriteit. Om met dat laatste te beginnen: wie ben ik eigenlijk wel niet om de term verhalende podcast te willen dumpen? Een opdondertje met een zuur nieuwsbriefje? Dat laatste ga ik niet ontkennen, maar als ik terugkijk ben ik al langer bezig met dit onderwerp dan ik ooit dacht. Ik weet nog goed dat ik op mijn vijftiende voor het eerst met mijn ouders naar een film ging op IDFA: When the Levees Broke van Spike Lee (2006). De film duurt 240 minuten in totaal, wij gingen naar een van de vier delen. Ik had toen nog nooit zo’n lange film gezien, noch een film van Spike Lee. Maar wel Hurricane Katrina (waar de film over gaat) bewust meegemaakt in het nieuws. Wat ik me vooral herinner is dat mijn mond maar bleef openvallen van verbazing over hoe dat allemaal gegaan is, en dat er mensen wegliepen uit de zaal. Of dat was omdat ze het niet aan konden of omdat ze de film slecht vonden zal ik nooit weten, voor mij was dit in ieder geval een film zoals ik die nooit ervaren had.
Toen ik eenmaal in Amsterdam filosofie studeerde heb ik een jaar zo veel geld uitgegeven aan IDFA kaartjes dat ik bedacht dat het beter was om het jaar erop vrijwilliger te worden. Dat was in 2013 terwijl ik mijn bachelor scriptie schreef. In 2014 ging ik stage lopen op de programma-afdeling en tot vorig jaar ben ik onafgebroken bij het festival betrokken geweest, voornamelijk bij het nieuwe media onderdeel Doclab. Inmiddels woon ik samen met een voormalige collega 💗
In al die jaren heb ik dus veel films gezien. Omdat er gemiddeld 300 films per jaar worden geselecteerd voor het festival heb je zelfs als je er werkt nooit de kans om echt alles te zien. Toen Serial in 2014 de prijs voor interactieve documentaire won ben ik voor de tweede keer verslingerd geraakt aan podcasts, toen voor goed. Eigenlijk denk ik dat ik met podcasts eindelijk al die documentaire content kan consumeren die ik wil: ik houd namelijk niet van stilzitten en dat hoeft met audio ook niet. Uiteindelijk zijn ‘verhalende’ podcasts toch ook gewoon films voor je oren.
De weg naar de bieb
Tussen de werkzaamheden door haalde ik een master in Media and Performance Studies. Ik dacht daarin niet per se na over documentaire als kunstvorm, de opleiding is breder dan dat. Op zich is die studie buiten de universiteit vrij zinloos, behalve dan dat ik nu graag filosofieboeken lees voor mijn ontspanning. Eigenlijk is terugvallen op moeilijke teksten voor mij dus een ‘default’ geworden door de academische studie, media is het onderzoeksobject. Zo weet ik dus snel wel de weg naar de universiteitsbibliotheek te vinden (raad eens wie me daartoe ook nog inspireerde) om te kijken of er wel eens iets slims is geschreven over verschillende vormen van documentaire. Ik heb rondgevraagd en gezocht, maar kwam uiteindelijk uit bij twee academische boeken: Introduction to Documentary (Bill Nichols, 2001) en de bundel Theorizing documentary (Michael Renov, 1993).
Beide publicaties zijn dus meer dan twintig jaar oud en samengesteld of geschreven door oude witte mannen. Dat is natuurlijk een teleurstellend resultaat. Misschien heb ik niet goed genoeg gezocht dus ik sta zeker open voor tips — reageren kan in de mail of in de comments. Toch wil ik uit beide boeken iets uitlichten.
Categorisaties en de dood van de auteur
Als wetenschappers iets willen, dan is het wel het begrijpen van de wereld en fenomenen indelen in categorieën. Geesteswetenschappers, die niet de ‘natuurlijke’ wereld maar de producten van de menselijke geest onderzoeken, doen dat misschien net iets anders maar evengoed. Of je nu een populariteitswedstrijd voor podcasts organiseert of wetenschappelijke artikelen schrijft: lijstjes geven grip. In het hoofdstuk “Toward a Poetics of Documentary” deelt Michael Renov documentaire op in vier fundamentele “tendencies in the active voice appropriate to their role in a ‘poesis,’ an ‘active making’” (Renov 1993, 21). Ik heb een paar keer geprobeerd de vier tendensen samen te vatten, maar hoe beter ik het las hoe minder ze ergens op sloegen. Hier komt mijn huidige afstand tot de academie om te hoek kijken: ik ben minder snel geneigd iets aan mijn gebrek aan begrip te wijten. Het hele hoofdstuk is gewoon heel hoogdravend met veel verwijzingen naar films die ik niet gezien heb en auteurs die ik niet per se ken. Wat me wel aansprak is een verwijzing naar Roland Barthes, die aansluit op wat ik met de huidige nieuwsbrief-reeks probeer te doen.
Een van de vele reacties die ik kreeg op de vorige nieuwsbrief was van mijn collega Marius. Hij zei: “als maker boeit het me eigenlijk heel weinig welke officiële vorm hetgeen wat ik op dat moment aan het maken ben heeft”. Die vrijheid onderken ik, samen met Roland Barthes. Renov citeert Barthes: “When he sits down in front of the literary work, the poetician does not ask himself: what does this mean? Where does this come from? What does it connect to? But more simply and more arduously: How is this made?” (Renov 1993, 14). In het maakproces is de scheppende mens hoofdzakelijk bezig met maken. Pas als het werk verschijnt zal het publiek allerlei vragen stellen rondom de betekenis van het werk, om het te kunnen begrijpen (verstehen!) Hiervoor worden vaak categorisaties gebruikt, bijvoorbeeld genres. In het receptieproces mag de maker misschien nog wel levend zijn, de stem van de maker wordt monddood gemaakt.
Terug naar de verwerping van de term ‘verhalende podcast’. Die is in het leven geroepen door makers die zich als zodanig zien, maar eigenlijk dus volgens mij, Renov en Barthes helemaal geen recht van spreken hebben over hoe iets vervolgens wordt opgevat! Hoewel ik dat toen nog niet wist, heb ik dat de vorige editie geprobeerd duidelijk te maken, ook door te verwijzen naar James T. Green: we hebben meer woorden nodig voor audio, anders loopt ons denken er over vast. Als we er niet verder over kunnen denken, kunnen we ook niet andere vormen maken of begrijpen
Uiteraard zijn makers zelf doorgaans ook publiek van media: ik zelf ben naast maker ook podcasttipper. De vraag ‘hoe is dit gemaakt?’ is voor mij dan ook vaak wat voor de hand liggender — soms kan ik zowat horen met wat voor opname-apparaat een talkshow opgenomen is — maar hier komen we in de komende edities op terug. In de boek had ik namelijk ook nog het boek Introduction to Documentary (2001) gevonden, dat wel een handzame categorisering biedt.
Modi of documentary
In het hoofdstuk getitel “What types of documentary are there?” zet Bill Nichols zes “modi” van documentaire uiteen. Hij introduceert dit om de documentaire-canon vanuit een meer meta-perspectief te kunnen beschouwen. Weg van de ‘hand’ of ‘stem’ van de maker naar zes “modes of representation that function something like sub-genre of the documentary genre itself” (Nichols 2001, 99). De zes modes zijn niet superstreng gedefinieerd maar geven handvatten om documentaire films te begrijpen en categoriseren. Dit zijn ze, vrij geïnterpreteerd met soms wat voorbeelden uit de mouw van yours truely:
Poetic: legt nadruk op gevoel, toon en emotie. Verwacht veel artisticiteit, vage shots en een niet uitgekauwd verhaal. Je verwacht dit soort producties misschien meer in een museumcontext als video-installatie, niet per se in de bioscoop — en al helemaal niet bij Netflix.
Expository: spreekt de kijker direct aan, probeert iets duidelijk te maken of zet een historisch verhaal uiteen. Veel ‘voice of god’ commentaar. Je herkent dit misschien van televisiedocumentaires.
Observational: wordt ook wel ‘fly on the wall’ genoemd. Je ziet enkel dingen en hoort geen voice-over die het verhaal stuurt. De betekenis moet je zelf maar opmaken als kijker. Er zijn veel heel lange shots, waardoor het lijkt alsof je er zelf bij bent. Don’t Look Back (1967) is mogelijk het bekendste voorbeeld hiervan, documentairemaker Frederick Wiseman misschien de bekendste maker (ik ben fan). Een goed soort van recent Nederlands voorbeeld is Nu verandert er langzaam iets — al eerder getipt naar aanleiding van deze nieuwsbrief.
[Edit: later toegevoegd] Twee goede podcast voorbeelden zijn:
- Tijd zal ons leren, gemaakt door Maartje Duin begin 2021 verschenen bij DOCS.- Op stap met Eddy, gemaakt door Geert van de Wetering van de Kostgangers voor HVO Querido.
Participatory: stamt af van de antropologie. De filmmaker ‘gaat native’ en maakt-mee: het kent veel reportage en/of interviewelementen al dan niet in zoektochtvorm. Cinema Verité valt hier ook onder.
Reflexive: gaat deels over de film zelf, is dus zelfbewust. Het doorbreekt de vierde muur, omdat het ook gaat over de relatie tussen de maker, de film en het publiek.
Performative: lijkt op participatory maar dan heeft de maker ook een duidelijke rol, relatie of stem ten opzichte van het verhaal. Vaak wordt gepoogd het particuliere aan het universele te verbinden. All you See (2022), de openingsfilm van IDFA van Nikki Padidar, die ik gister gezien heb, valt hieronder. Ik kan de film erg aanraden!
Volgens Nichols zijn deze vormen van documentaire chronologisch in de tijd na elkaar ontstaan (Nichols 2001, 137-138). Met deze (Hegeliaanse!) historistische opvatting ben ik het pertinent niet eens, maar ik heb hier geen ruimte om daar nog op in te gaan — we zijn immers al 1500 woorden verder… Het enige waar dat wel mee helpt is dat je deze categorieën ook zou kunnen opvattingen als stromingen zoals we die in de beeldende kunst, film en literatuur kennen.
Dat is wat ik jullie dan ook wil meegeven tot de volgende nieuwsbrief verschijnt. Luister naar ‘verhalende podcasts’ en probeer je te bedenken: in welke categorie valt deze podcast? Ik ben erg benieuwd of je met deze zes uit de voeten kunt: kom je ze allemaal tegen of is er ook een categorie die we moeten toevoegen? Ik hoor de poëtische bijna nooit, dus als je er een tegen komt: deel ‘m met mij!
Verder hoop ik natuurlijk dat jullie natuurlijk ook nog naar een IDFA-film gaan, al dan niet met deze kennis in je achterhoofd. Op dit festival kan je documentaire ervaren als een kunstvorm, niet als slechts een journalistiek product. Als je ergens veel verschillende vormen en soorten verhalende producties tegenkomt is het wel in de Amsterdamse filmtheaters deze week.
AFLEVERING TIP VAN DE WEEK (#89)
Podcast: DOCS
Aflevering: Ko en de boomgaard
Duur: 51 minuten
Uitgekomen op: 2 november 2022
Uitgekomen bij: VPRO, maker: Geert Vlieger
Categorie: Participatory, of toch performative?
De keuze was makkelijk gemaakt deze week omdat, full disclosure, de maker van deze prachtige audiodocumentaire een werkplek heeft op 1,5 meter afstand van de mijne. Ik heb eerdere versies mogen beluisteren en becommentariëren en heb het verhaal dus ook beter horen worden (van dat soort ontwikkelingen smul ik). De eerste vijf minuten zijn écht goed en bijna ongewijzigd gebleven: je valt van de ene verbazing in de andere.
Maker Geert komt in een galerie foto’s tegen van een oudere man die zich pikant heeft gekleed. De man, Ko, blijkt de vader van de kunstenares. Zij, Jannemarijn, heeft die foto’s gevonden op een oude laptop van hem. Geert wil meer weten over die foto’s en wordt vrienden met Ko. Hoewel een beetje omheen wordt gedraaid welk gore lef Geert en Jannemarijn hebben om te neuzen in die laptop (ik zou het nooit doen omdat ik denk dat mijn vader not amused zou zijn, hoe dement hij ook is) én er geen antwoord op een vraag komt, is het einde toch heel goed. Eigenlijk is deze aflevering door de mazen van de eindredactie van DOCS heen geslipt: wat er op het spel staat kan ik niet herleiden. De auteur zelf overigens ook niet.
SERIE TIP VAN DE WEEK (#89)
Podcast: Loud Numbers
Uitgekomen bij: indie! Makers: Join Duncan Geere and Miriam Quick
Categorie: Expository meets poetic?
Over vaders gesproken: die van mij stuurde me dit weekend een foto van een speciaal katern van NRC over “de kracht van audio”. Ik heb toen in de winkel een papieren editie gekocht omdat ik het ook met mijn kantoorgenoten wilde delen. Het katern leek meer op een grote advertorial van NRC over henzelf. Serieus, ze deden een wedstrijdje wie-kan-er-het-beste-wc-eenden met een andere uitgeverij in Nederland — zie foto onder + roddelhoek. Desalsniettemin las ik in een stuk van audiochef Anne Moraal tip waarvan ik dacht: hey, heb ik die nog nooit getipt?
Loud numbers is een podcast waarin data wordt vertaald naar een compositie. Cijfers werken in audio doorgaans niet, dit maakt het op een auditieve manier intelligibel. Zo kan je bijvoorbeeld de smaak van een biertje ‘horen’. Had ik zowel kunnen tippen toen ik schreef over ons Klokhuis project als de generatieve podcast. Toch nog iets aan dat katern gehad dus.
Heel dank aan lieve ome Michiel en tante Lot die mee hebben gelezen met deze nieuwsbrief. Zij hebben mij immers ook aan het denken gezet! 🐣
KLIKLINKJES
De leuke reacties op de vorige nieuwsbrief staan veelal in de comments onderaan die editie.
Eric Nuzum heeft weer iets leuks geschreven over originaliteit in het podcastlandschap, waar het dus nogal eens aan ontbreekt (zie betoog boven) én over verboden woorden in podcast-promo’s: there is only one question you need to answer before starting a podcast.
Nog een leuk stuk van Nick Quah: wat betekent het gebrek aan ‘hits’ voor het podcastmedium als kunstvorm? (Dank voor de tip Elja)
Audio agency Airborne was op Podcast Day 24 in London en deelt in deze nieuwsbrief zeven inzichten van die conferentie.
De cursus Oral History Interviewen die Annegriet Wietsma in december in de (live, online) Podcastakademie verzorgt is al half vol. Mocht je nog mee willen doen, schrijf je dan voor het einde van de maand, maar liever nu in.
Stichting Podcastnetwerk zoekt per 1 januari een Penningmeester en een Secretaris, deadline voor de vacature is 1 december.
Door geweldig werk van de stagiair van Horens zijn alle afleveringen die we tot nu toe uit hebben gebracht in je podcast app ook te volgen met een transcript, maar ook op Youtube te zien. Zo is de podcast toegankelijk voor mensen met hoorproblemen. Tip: als je de ondertiteling aan zet kan je die zelfs laten vertalen! Share away.
Ik ben nu ook te volgen op Mastodon
RODDELHOEK
Kunnen de WC-eend awards nu echt niets? Ik weet via mijn podcastspionnen van minstens drie categorieën al de winnaars, terwijl ze pas maandag worden uitgereikt. Omdat ik niet weet of de winnaars het al weten ga ik het niet verklappen (ook niet aan jullie, Botte en Ype).