Wat maakt verhalende verhalen verhalend? (4/4)
Heb je nog een podcasttip? #92 tips: The Allusionist en American Ivy
Dit is de vierde nieuwsbriefeditie in de reeks “de verhalende podcast bestaat niet”. Lees dus eerst de drie voorgaande delen, mocht je dat nog niet gedaan hebben. Deze editie is zowel laat als de laatste. Het is voor dit jaar in ieder geval de laatste in de reeks. Hij is later omdat terwijl ik deze nieuwsbrief vorige week met een hoofd vol snot aan het schrijven was, ik er achter kwam dat het dak van mijn huis lek is. Van beide ben ik nog niet helemaal hersteld, maar het gaat de goede kant op.
“Wat een goede Tjechov’s gun is dat paarse shirt!” stuurde studievriend en kaasliefhebber Bram mij in december 2020 nadat hij de eerste aflevering van mijn podcast Kaas had geluisterd. “Huh?” stuurde ik terug. “Dat paarse shirt van de boerin waar jullie op bezoek gaan noem je aan het begin, maar komt later in het verhaal terug als de geiten er aan knabbelen. Dat noemt men een Tsjechov’s gun, kijk maar op Wikipedia.” Ik las het en was verbaasd. Zonder het te weten had ik een had ik een literaire techniek toegepast in mijn podcast.
Op de middelbare school was ik zo’n leerling die daadwerkelijk de boeken las die je voor je lijst moest lezen. Niet per se omdat ik het leuk vond, maar omdat ik te bang was om door de mand te vallen tijdens het examen.1 Soms vroeg ik mijn ouders om boekentips. Zo kwam het dat mijn vader eens The Bonfire of the Vanities van Tom Wolfe tipte en ik bij mijn docente navroeg of ik het mocht lezen. Dit mocht niet. Volgens haar was het te journalistiek en dus niet literair genoeg voor op de Geïntegreerd Literatuur Onderwijs lijst. Wat ik in de plaats heb gelezen weet ik niet meer. Pak hem beet vijftien jaar later, verbaas ik me er wel over.
Een paar lezers van deze nieuwsbrief hebben me al gewezen op dat het “verhalende” van “verhalende podcast” komt van “verhalende journalistiek”. Ik ben geen journalist en heb ook nooit onderwijs over de geschiedenis van dit vak gehad — ookal mocht ik vorig jaar wel meedoen aan de audiovariant meestervertellers academie van de Stichting Verhalende Journalistiek. Bij gebrek aan kennis over de herkomst van het begrip2 leende mijn lieve vriendin Misha me het Handboek voor verhalende journalistiek. Toevalligerwijs verscheen dit boek bijna 10 jaar geleden, in hetzelfde jaar als Serial uit kwam.
Als je echt geïnteresseerd bent in dit onderwerp, moet je het boek eens opzoeken in de bieb. Het leest namelijk inderdaad als een blauwdruk voor wat veel mensen heden ten dage verstaan onder “verhalende podcast”. De auteurs schetsen in het eerste hoofdstuk een kort stukje geschiedenis over het ontstaan van verhalende journalistiek. Deze stroming is in de jaren ’60 in de Verenigde Staten ontstaan een kreeg de naam New Journalism. Vroege, grote namen die hiertoe gerekend worden zijn Gay Talese en… Tom Wolfe!3 In de geraadpleegde literatuur trof ik die naam een keer, met erachter deze titel: The New Journalism. With an Anthology edited by Tom Wolfe and E.W. Johnson. Ik haalde het boek op in de Library Learning Centre op het Roeterseilandcomplex van de UvA— de bibliotheek met misschien wel de minste boekenkasten ooit.
Een roedel technieken
Want wat was er precies zo nieuw aan die nieuwe journalistiek, die zestig jaar geleden is ontstaan? Nu, volgens Tom Wolfe onderscheidde deze stroming zich door het toepassen van literaire technieken in journalistieke verhalen. In het voorwoord van zijn verzameling (de anthology bestaat uit een selectie van 23 verhalen) komt Wolfe zelfs tot de conclusie dat er vier hoofd “devices” werden gehanteerd die leiden tot journalistieken die lijken op het literaire genre ‘realisme'.4 Ik vat ze hieronder kort samen in mijn eigen woorden, misschien herken je dingen terug uit ‘verhalende podcasts’:
Het vertellen van verhalen in scenes, zo min mogelijk gebruikmakend van “historical narrative”. Dit betekent dat er zeer gedetailleerde beschrijvingen worden gegeven van karakters en hun handelingen, soms met duizelingwekkende hoeveelheden reportagewerk dat daaraan ten grondslag ligt.
Het opnemen van dialoog, dus dat je hoort dat er iets gezegd wordt zoals het daadwerkelijk gezegd werd. Dit zorgt ervoor dat het publiek veel meer in het verhaal getrokken wordt, bovendien “establishes and defines a character more quickly and effectively than any other single device”.
Het vertellen van het verhaal vanuit het perspectief van een karakter dat in het verhaal speelt. Hiermee krijgt het publiek het gevoel dat je in het hoofd van diegene zit en het verhaal mee-beleeft. De truc hiervoor is om personages die je interviewt naast de feiten ook te vragen naar diens gedachten en emoties.
Het vastleggen van personages in maniertjes en uitingen van hoe zij zich kleden en karaktertrekken van ruimtes in hoe die zijn ingericht. Door deze over te brengen kan het publiek zich verplaatsen in de sfeer en ambiance van mensen en hun omgevingen. Zo kan het publiek de scenes voor zich gaan zien als een ‘realistische’ film.
Hierbij moet wel opgemerkt worden dat dit gaat over geschreven stukken. Met een microfoon kan je bijna niet anders doen dan opnemen dan wat er daadwerkelijk gezegd wordt. De ambiance van een ruimte hoor je direct, ookal ben je er nog nooit geweest. Dat karakters in podcasts vaak klinken als je beste vrienden, is omdat je hun stem persoonlijke en gedetailleerde dingen hoort vertellen. Bovendien zijn dit veel voorkomende literaire technieken in de New Journalism tijd. Er zijn er natuurlijk veel meer die we kunnen kennen uit de rest van de literaire geschiedenis.
Verhalende verhalen worden verhalend door verschillende kenmerken. Zo kun je denken aan karaktergedreven verhalen, strijd (tussen karakters), verrassing (huh?!), of in het geval van documentaire: toegang (denk hierbij aan verhalen uit plekken waar je normaal niet komt, bijvoorbeeld een gevangenis). In het Handboek voor verhalende journalistiek wordt veel nadruk gelegd op de technieken plot en resolutie. Je zou beiden als hetzelfde kunnen opvatten, maar bij plot draait het er om dat de ontknoping zo lang mogelijk wordt uitgesteld — zo kom je al snel op zes afleveringen met een overkoepelende spanningsboog én ieder een eigen spanningsboog. Bij resolutie gaat het om de ontwikkeling die het hoofdpersonage doormaakt. In de beste verhalen (volgens Het Handboek dan) loopt de hoofdpersoon tegen een door zichzelf gecreëerd probleem op, lost dat op en leert daar iets door. Verhalende verhalen hebben dus ook een moraal, of in ieder geval een les in zich.
De moraal van mijn onderzoek
Een mooi moment om tot mijn (voorlopige) conclusie te komen. Ik ben deze ‘zoektocht’ begonnen omdat ik me verbaasde toen iemand een keer een podcast van mij beschreef als ‘verhalend’. Vanuit het ongemak dat ik daarbij voelde ben ik de term gaan deconstrueren, vanuit de positie dat ‘verhalende podcast’ een te brede term is om mee te werken. Als het gedefinieerd wordt als het tegenovergestelde van ‘talkshows’, ‘chatcasts’ of ‘praatpodcasts’ hebben we het nog steeds een hoop verschillende vormen: van voorgelezen boek tot fictie/hoorspel tot een meerdelige documentaire serie.
Vervolgens heb ik me beperkt tot non-fictie, omdat ik vrijwel geen fictie luister. In mijn onderzoek over wat daar over geschreven is kwam ik tot modes van documentaire, een academisch zijpad wat maar tot op zekere hoogte werkte. Wat wel goed werkte is het begrijpen van producties en verhalen in termen van genre. De ongeschreven regels die een genre maken, helpen het publiek om grip te krijgen op de culturele uitingen die ze verstouwen. Zo onderscheid je musical van rockconcert, portret van onderzoeksjournalistiek. Super handig, maar in de podcast apps lijken ze te ontbreken. Het lijkt daardoor of we vergeten dat genres ook gewoon op podcasts kunnen worden toegepast.
Ten slotte, hierboven, heb ik een oorsprong van wat men ‘verhalende journalistiek’ gevonden in New Journalism. Tom Wolfe heeft laten zien dat in deze vorm van journalistiek literaire technieken worden toegepast. Als ik daar vanuit het perspectief van een audiomaker in het nu op terugkijk denk ik: jeetje, deze trend die 60 jaar geleden is ingezet is wel erg dominant geworden.
Laat me mijn punt bewijzen door te laten zien hoe generiek de vorm van verhalen die onder ‘verhalende journalistiek’ vallen zijn. Misschien heb je de afgelopen tijd de ontwikkelingen rondom Artificial Intelligence meegekregen (zo niet, lees dan even de nieuwsbrief van Hay). Je kan plaatjes genereren, of in een chat venster willekeurige vragen stellen en een echt goed, origineel maar gegenereerd antwoord krijgen. Dat laatste is gebaseerd op large language models, waarbij de machine heel veel verschillende teksten is gevoerd en op basis van geavanceerde kansberekening een waarschijnlijke uitkomst genereert. Ik vroeg een AI om een idee te pitchen voor een audiodocumentaire van 30 tot 45 minuten en kreeg de volgende suggestie:
Voor mij leest dit als een script wat je zo kan horen. Als verhalende audioverhalen zo generiek zijn dat zelfs een computer ze kan oplepelen, zijn ze voor mij als luisteraar gewoon saai. De term ‘verhalende podcast’ is voor mij ten minste onbruikbaar op twee manieren. In de eerste plaats is het te breed, te alomvattend. We kunnen veel specifieker zijn, bijvoorbeeld door genres of plot devices te benoemen. Als je mij nog eens zegt dat je (alleen) verhalende audio maakt of luistert, kan je dan ook zeggen welk genre je maakt of fijn vind om te horen? Kan je aangeven welke narratieve technieken je toepast om van je materiaal een verhaal te maken? Hoor je welke elementen spanning in een verhaal brengen (en waarom ze soms geforceerd voelen )?
Kortom: het is tijd om in ons denken over audio het woord ‘verhalende’ achter ons te laten. Door preciezer te zijn, kunnen we inhoudelijkere gesprekken over podcasts voeren. Bovendien biedt het een vertrekpunt om verder te luisteren en te horen welke creatieve vormen er nog meer mogelijk zijn. Ik hoop dat jullie zin hebben om komend jaar met mij verder te denken dan de bestaande categorieën, genres en hokjes.
Ten slotte alvast een stelling voor in 2023: de talkshow bestaat ook niet.
Dikke love aan Silvie die mijn typefouten corrigeerde tussen het kerstgedichten schrijven door en aan Michiel, die eerder dan ik aan een AI vroeg wat zijn volgende audioverhaal moest worden.
AFLEVERING TIP VAN DE WEEK (#92)
Podcast: The Allusionist
Aflevering: Sentiment
Duur: 42 minuten en 45 seconden
Uitgekomen bij: indie! (je kan steunen via Patreon), maker: Helen Zaltzman
The Allusionist is een podcast over taal, voornamelijk de Engelse. Deze aflevering heb ik inmiddels al drie keer teruggeluisterd, omdat hij zo perfect past bij het bovenstaande. In de aflevering wordt het begrip empathie namelijk onder de loep genomen. Misschien heb je wel eens iemand horen zeggen dat (‘verhalende’) podcasts uitermate geschikt zijn voor persoonlijke verhalen. Tom Wolfe’s analyse van verhalende schrijftechnieken leggen ook veel nadruk op hoe je lezer mee kunt nemen in de beleving van het verhaal door hen te laten sympathiseren met de hoofdpersonages. In de aflevering komen academici en podcasters aan het woord, die terechte vragen stellen bij hoe veel waarde we in de westerse wereld hechten aan het idee dat we door verhalen in elkaar kunnen inleven. Schrijvers (van met name journalistieke stukken), zo stelt een van de sprekers, gaan ervan uit dat het publiek complexe materie alleen aan kan als er een persoonlijk verhaal/anekdote als inleiding gebruikt wordt. Een aanklacht tegen verhalende storytelling dus!
Wat nog knapper is, is dat op het eerste oor deze aflevering klinkt als een simpele talkshow. Pas later viel me op dat er volgens mij heel subtiel in is gemonteerd, waardoor het klinkt alsof er drie mensen met elkaar in gesprek zijn terwijl de opnames van de gesprekken waarschijnlijk apart van elkaar zijn opgenomen. Immanent genre-defying!
SERIE TIP VAN DE WEEK (#92)
Podcast: Articles of interest, seizoen 3: American Ivy
Uitgekomen op: 26 oktober
Duur: zeven afleveringen van tussen de 35 en 45 minuten
Uitgekomen bij: Radiotopia, maker: Avery Trufelman
Uiteraard ben ik bevooroordeeld omdat de maker van deze serie hoofdgast was op het Podcastfestival in september en daar een mega goede keynote én een sneak preview van deze serie verzorgde. Pas nu ik alle afleveringen geluisterd heb, kan ik een oordeel vellen. Dat was moeilijker dan verwacht, want soms had ik echt de vraag: waar gaat dit verhaal naartoe? In mijn hoofd zie ik de maker voor me als iemand die een stapel ansichtkaarten heeft, die als een soort harmonica naar onder uit elkaar vallen. Verspreid over zeven afleveringen wordt de ontwikkeling van de ‘Ivy league’ (wat we in Nederland ‘kakker kleding) stijl genoemd en het fenomeen ‘trends’ onderzocht. Die is fascinerender dan je ooit zou vermoeden, juist omdat het nu de stijl is die dominant is bij de WE/Zara/C&A. Iedere aflevering is een andere ansichtkaart, speelt op een andere tijd en plek. Het lijkt fragmentarisch maar is toch een geheel. Ivy is zo veel voorkomend en wereldwijd in bijna elke omgeving geaccepteerd, dat je niet doorhebt dat het een geschiedenis heeft. Alleen dat idee, en de nieuwe blik die ik daarna kreeg op hoe ik me ook soms kleed, maakt het de serie dubbel en dwars om te luisteren.
Het enige jammere aan de serie is dat het voornamelijk leunt op interviews met heel, echt heel veel verschillende experts. Die hebben soms leuke anekdotes, maar er komt heel weinig reportage aan te pas. Dat kan ik wel vergeven, omdat ik niet verwacht dat Avery ineens in een tijdmachine stapt om nog eens in het verleden rond te gaan lopen met haar microfoon. Bekijk ook de plaatjes op de substack!
KLIKLINKJES
Relevant en leuk stuk in NRC over ‘de vergeten kunst van het verhalen vertellen’
Relevant stuk: Hollywood Doesn’t Have to Worry About A.I. Yet — but Filmmakers Should Embrace It
Ae zesde en laatste aflevering van Wie Wat Bewaart is uit: Zonder titel. Het verhaal past per ongeluk in het kerstgenre en verklankt een schilderij! 💖
WAT KAN JIJ DOEN?
Vind jij dit zo’n leuke nieuwsbrief en vraag je je in deze gulle tijd van het jaar af: wat kan ik doen om de nieuwsbrief nog leuker te maken? Overweeg een van de deze dingen:
Doneer een bedrag naar keuze. De domeinnaam is duurder geworden (want inflatie), ik heb dit jaar ten minste 103 uur besteed aan deze nieuwsbrief. Gastauteurs zijn betaald in een lunch, dus reken maar uit hoe veel dit allemaal kost!
Zorg dat één iemand door jouw toedoen abonneert. Ik zit nu op 727 subscribers. Als ik voor het einde van het jaar 730 subscribers haal heeft statistisch gezien iedere dag dat deze nieuwsbrief bestaat één iemand zich geabonneerd 🚀
Stuur een idee voor een gastbijdrage in?
RODDELHOEK
Je kwam hier voor een lekkere podcastroddel, maar kreeg de kerstgedachte.
Ik weet niet of ik volgende week zin (puf, of tijd) heb om nog een best-of lijstje samen te stellen, dus misschien wel tot volgend jaar!
Wat ik, toen dat mondelinge examen eenmaal plaatsvond met mijn docenten Nederlands en Engels, ook leek te doen. De Nederlands docent vroeg mij welke kleur het gewaad van Lucia was in Een Schitterend Gebrek (Arthur Japin). Dat was ik vergeten, want ik had het boek twee jaar eerder gelezen en dat niet opgeschreven in mijn verslag. Ze stond ook sceptisch tegenover het onderscheid tussen ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur dat ik had aangebracht — Arthur Japin en een Engelse auteur aan de hoge kant, Tommy Wieringa en Jan Wolkers aan de lage kant — in de overkoepelende reflectie op de boeken die ik had aangebracht. Het cijfer pakte niet goed uit, maar gelukkig ging de tekst op het examen, geschreven door Thomas Vaessens, precies over mijn stelling, waardoor ik voor het centraal examen nog wel een hoog cijfer haalde.
Stichting Verhalende Journalistiek noemt Mark Cramer als inspiratiebron voor het oprichten van hun stichting, hij schreef het boek Telling True Stories.
Wolfe was onder de indruk en is zwaar geïnspireerd door Gay Talese’s stuk “Frank Sinatra has a cold” uit 1966, dat kan je hier lezen.
Volledigheidshalve een citaat: “If you follow the progress of the New Journalism closely through the 1960s, you see an interesting thing happening. You see journalists learning the techniques of realism—particularly of the sort found in Fielding, Smollett, Balzac, Dickens and Gogol—from scratch. By trial and error, by “instinct” rather than theory, journalists began to discover the devices that gave the realistic novel its unique power, variously known a its “immediacy”, its ‘concrete reality’, its ‘emotional involvement’, its ‘gripping’ or ‘absorbing’ quality. This extraordinary power was derived mainly from just four devices, they discovered” (Wolfe, 1973, p. 31).
Mooi verhaal. Tjechovs Gun...ik had het altijd aan w.f. hermans toegeschreven. Gerard Reve vertelde daarover in een van zijn brieven. Nog een keer opzoeken.