Een van de grootste wetenschappelijke studies, afgemeten naar het aantal vrijwillige respondenten, is een onderzoek naar liegen en bedriegen. Richard Wiseman is een Britse hoogleraar op het gebied van het publieke begrip van psychologie, en hij deed dit onderzoek in de jaren ‘90. Daarvoor interviewde hij Sir Robin Day twee keer over diens favoriete film. In het ene interview vertelde Day de waarheid, in het andere een leugen.
Beide interviews werden afgedrukt in The Daily Telegraph, beide audio-opnames waren te horen op BBC ‘Radio One’ (popmuziekzender met een jonge doelgroep), en de videos van de interviews werden vertoond op BBC televisie. Dit onderzoek is bekend onder de naam ‘Megalab Truth Test’.
Meer dan veertigduizend mensen beantwoordden de vraag welke van de twee interviews zij dachten dat een leugen bevat.
Uit de resultaten bleek dat zowel krantenlezers, radioluisteraars, als televisiekijkers beter in staat waren om de leugen te ontdekken dan een pure gok zou kunnen opleveren. Opvallend was dat radioluisteraars in 73% van de gevallen de leugen detecteerden, tegenover 52% van de televisiekijkers, en 64% van de krantenlezers.
De onderzoekers concluderen dat visuele signalen het vermogen van mensen om een leugen te detecteren vermindert. Wiseman zegt dat je bij audio je kan concentreren op de woorden en hoe ze worden gezegd. Omdat je niet wordt afgeleid door je ogen ben je een betere leugendetector. Hij vertelt er over in de aflevering ‘Deception’ van de podcast The Infinite Monkey Cage.
Dit onderzoek is inmiddels bijna dertig jaar oud, en het medialandschap is in deze periode flink veranderd. De grootste verandering is dat we nu veel meer visuele media hebben. En met visuele media lijkt het dus makkelijker te zijn om mensen een oor aan te naaien. Make of that what you want over onze tijd.
Een andere verandering in die periode is de opkomst van de podcast, een medium dat in principe zonder visuele signalen wordt aangeboden.1 Volgens onderzoeksbureau Markteffect luisteren zeven miljoen Nederlanders wel eens naar een podcast. Meer dan een kwart van de respondenten gebruikte podcasts als informatiebron bij de Tweede Kamerverkiezingen (sneak tip). Ons publiek, als podcastmakers, is inmiddels best groot.
Wij hebben als makers dus een belangrijke opdracht: publiek heeft ons door als we liegen (denk aan hoe je meteen hoort of iets gespeeld is of niet), dus vergooi de geloofwaardigheid niet.
Daar wil ik het over hebben in deze nieuwsbriefgastbijdrage. Met drie invalshoeken: journalistiek, geluid en (niet wegklikken, het wordt echt interessant…) AI.
Journalistiek
Serieuze mediamakers in 2024 hebben een grote verantwoordelijkheid. We leven in een soort post-moderne periode van de democratisering van media. Elke amateur (prutser, liefhebber en ook demagoogversteher) kan in deze eeuw publiceren, zonder de traditionele poortwachters zoals hoofdredacteuren. De telex van ANP is er nog steeds, maar daarnaast tiktokt, twittert en threadt iedereen die het wil de geschreven tijdlijn van de meer of minder belangrijke geschiedenis vol.
Als bron van informatie verandert de positie van journalistiek, maar ook de geloofwaardigheid komt onder vuur te liggen. Iedereen met een X-account kan de New York Times de maat nemen over de formulering van een kop, en als je dat maar met genoeg aplomb brengt, zijn er altijd mensen die dat overnemen. Of het nou terecht is wat je zegt of niet.
De democratisering van media heeft ons veel gebracht, in positieve en negatieve zin, maar het betekent ook dat journalisten zich achter hun oren krabben. Dat krabben is in 2024 nog niet voorbij, en hier wordt door grotere geesten dan uw gastbijdrager over nagedacht.
Die discussies ten spijt, zag ik in de afgelopen decennia in de journalistiek een grote focus op de vorm. Dat was deels gedwongen door de opkomst van nieuwe media, maar het was ook een keuze van redacties. Filmpjes moesten het zijn, kort en verticaal.
De opkomst van podcasting was in dat kader wat onbegrijpelijk: geen visuele informatie, relatief lang in tijd, en beperkte mogelijkheden in vorm. De opkomst van keukentafelpodcasts begreep al helemaal niemand: men vond pratende types die je niet eens kan zien op geen enkele manier passen in de richting die het met de journalistiek en media op ging.
Er zijn wat dat betreft ook wel echt vreselijke voorbeelden van podcasts, en elke dag start er wel weer een nieuwe. Maar als ik even uitzoom, en denk aan het onderzoek van Wiseman, dan zou ik een mogelijke verklaring kunnen geven: bij podcasts, gesproken woord zonder visuele signalen, herken je als luisteraar vrij snel de bullshit. En dat is fijn.
Als mediamaker val je ondertussen makkelijker door de mand wanneer je alleen audio maakt. Als je het mij vraagt biedt dit voor de journalistiek kansen.
Nader onderzoek is gewenst, natuurlijk.2
Geluid
Op deze plek heb ik eerder al een pleidooi gehouden voor geluidskwaliteit, en schreef ik dat je bij het maken van een podcast niet meer weg komt met een opname op je telefoon. Tot mijn vreugde hoor ik steeds beter klinkende podcasts. Misschien is het imago van ‘goedkoop’ onderhand van podcast af, al weet ik dat niet zeker, en investeren makers inmiddels in goede opnamesituaties en in nabewerking.
Geluid is genadeloos, zo blijkt ook uit het hierboven genoemde onderzoek. Een bedrieger pikken we als luisteraar er zo uit. Maar dan moeten we daar wel de kans toe krijgen. Nieuwe technieken bieden kansen, maar ook bedreigingen (dit is de vreselijkste zin die ik ooit schreef, maar het is waar).
In de laatste versies van geluidbewerkingsoftware wordt de mogelijkheid aangeboden om edits te maken op basis van transcripties. Ik snak als maker zelf al jaren naar automatische transcriptie in editsoftware, omdat navigeren in je edit dan een stuk makkelijker wordt. Ook dat kan (in het Engels).
Maar helaas concentreren veel van de ontwikkelaars zich nou juist op het knippen en plakken in audio zoals je met tekst in Word doet. Daarmee gaan ze volledig voorbij aan wat er in audio nou juist zo toe doet: hoé het wordt gezegd, meer dan wat er wordt gezegd.
Het zijn technologie-gedreven ontwikkelingen. Het zijn oplossingen, maar voor welk probleem precies?
Ik zie iets vergelijkbaars gebeuren met audioreparatie-software. Het was echt heerlijk om die grommende generator uit mijn interview voor Wat Blijft te kunnen verwijderen, want het stoorde enorm. Ik had dat gesprek elders moeten opnemen, maar het was wat het was. Vervelender was dat reparatiesoftware meteen álle omgevingsgeluid weghaalde. Daardoor praatte iemand in mijn microfoon alsof we buiten stonden, maar ‘buiten’ hoorde je verder helemaal niet.
Het was onnatuurlijk en nep. Ik besloot het op te lossen met ouderwetse equalizing (hinderlijke frequenties te dempen), en de rest van de audio in tact te laten. Er was meer ruis, maar toen klonk het wel veel natuurlijker. Maar ik moest mijn neiging tot oppoetsen actief onderdrukken.
Auphonic is een voorbeeld van all-in-one audio-edit-en-reparatie technologie. Een van de dingen die het zegt te kunnen doen is ‘cut filler words and silence’. Ik begrijp het wel, maar het is echt contraproductief. Juist de stiltes en ‘eh’tjes helpen een luisteraar om zich een beeld te vormen van de spreker. En ook bij het geloven van diegene.
Ik hoor reparatiesoftware nu overal in mediaproducties aan het werk: de maker heeft als doel het opruimen van hinderlijke galm, ruis en lawaai, en is blij dat het weg is. Maar wij als luisteraar krijgen klinische audio met sonische artefacten en een hol klinkend stemgeluid: ongeloofwaardig.
Dus dit is een pleidooi voor herdefiniëring van geluidskwaliteit en edits: koop niet alle plugins, en laat meer in je edit zitten. Hou het echt: je luisteraar prikt er heus doorheen.
AI
Radiojournalist en podcaster Lammert de Bruin maakte vorig jaar met Babs Assink de podcast ‘JFK: the missing link' over het moordcomplot op Kennedy. Er was één element uit de podcast dat het nieuws haalde.
Assink en De Bruin hebben namelijk de stem van de overleden journalist Willem Oltmans ingeladen in een AI-model, en konden daarna dagboekfragmenten van Oltmans ‘door hemzelf laten voorlezen’. Hij heeft die fragmenten nooit uitgesproken voor een microfoon. De keuze is gemaakt omdat ze dicht bij het bronmateriaal wilden blijven, zo zeggen de makers.
Villamedia noemde het een innovatie (€). De Bruin en Assink zijn zorgvuldig te werk gegaan; ze hebben de stichting die Oltmans nalatenschap beheert om toestemming gevraagd; ze hebben voor de modellering fragmenten gebruikt waarin Oltmans rustig praat (hij kon nogal tekeer gaan); en hebben zich strikt gehouden aan teksten die Oltmans zelf heeft geschreven. Ze zijn zich bewust van de ethische bezwaren die je hier tegen zou kunnen hebben.
Maar toch. Het is niet echt.
Het valt nog het meest op dat de intonatie soms niet lekker is. Ze laten AI-Oltmans af en toe ‘euh’ zeggen, maar dat klinkt alleen nog maar gemaakter in mijn oren. En ik moest een beetje gniffelen toen AI-Oltmans fragmenten voorlas in perfect Engels, terwijl er ook echte opnames van Oltmans te horen zijn waarin hij Engels spreekt. Dan heeft hij een zwaar, en heerlijk bekakt-Nederlands accent.
Maartje Duin, de awardwinning maker van ‘De Plantage van onze Voorouders’, voert in haar nieuwe serie ‘Mina en Mevrouw’ dagboekfragmenten van haar overleden overgrootmoeder op. Die laat ze voorlezen door een familielid, die er ook commentaar op levert, of emotioneel wordt. En dat is heerlijk. Dat is namelijk oprecht, en dus echt.
Die authenticiteit komt nog eens extra naar voren als je hoort dat de familie van Maartje ongeveer een jaar bezig is geweest met het ontcijferen van het handschrift (en geheimschrift!) van haar overgrootmoeder.
Ik moet wel mijn vermoeden uitspreken dat er een verschil in budget is bij deze twee producties; Maartje kan in de aftiteling niet eens alle fondsen noemen die hebben bijgedragen. Maar ik weet wel zeker dat AI geen oplossing is als je dicht bij je bronmateriaal wil blijven.
Conclusie
Toen Apple afgelopen jaar in hun volgende steriele beige filmpje een AR-bril presenteerde, dacht ik alweer: waar is die precies een oplossing voor? Meestal temper ik zulke gedachten met de herinnering aan het beroemde filmpje uit 1998 van Frans Bromet met sceptische vox pop over de toen nieuwe mobiele telefoon: ha, hadden zij het even mooi mis.
Maar deze herinnering is aan verandering onderhevig de laatste tijd. Hadden deze mensen op straat in 1998 niet gewoon een punt. Er is veel gelachen om dat filmpje, ook door mij, maar steeds vaker stel ik me bij ontwikkelingen de vraag: voor welk probleem is deze technologie precies een oplossing?3
Zo moeten we ook kijken naar AI in audiosoftware, reparatietools en editing. In de muziek zijn we ook teruggekomen op de ‘grid rage’ van de afgelopen decennia (al zagen we in DAW’s bij de Quantize-knop ironisch genoeg een Humanize-knop verschijnen). Ik herhaal het nog maar eens: keep it real, people!
Ook al is het maar voor het imago van de door ons zo geliefde podcast.
Ik ben van mening dat we als mediamakers in 2024 een verantwoordelijkheid hebben, om onze producties zo waarlijk en zorgvuldig mogelijk te maken. Het zijn tijden van manipulatie, ondermijning van journalistiek, en propaganda. De vuile spelletjes zien we overal om ons heen.
Ondertussen erven we de eigenschappen die de orale traditie had: de mogelijkheden van het geloofwaardig vertellen van een verhaal, en de grote kans dat de luisteraar je betrapt als je liegt.
AFLEVERING TIP VAN DE WEEK (#120)
Podcast: The Infinite Monkey Cage
Aflevering: Deception
Duur: 43 minuten
Verschenen: 19 januari 2015
Verschenen bij: BBC Radio 4
The Infinite Monkey Cage is een populair-wetenschappelijke panel show van BBC Radio 4, met als vaste presentatoren hoogleraar natuurkunde Brian Cox en comedian Robin Ince. De serie bestaat al sinds 2009, en nog altijd maken Cox en Inch nieuwe afleveringen. In het panel zitten meestal twee of drie wetenschappers van Britse universiteiten, en een comedian. De show wordt voor een publiek opgenomen en ik ben dermate fan dat op het punt dat ik naar Groot Britannië zou willen verhuizen en me laten naturaliseren, zodat ik de afleveringen een paar dagen eerder kan horen in de iPlayer...
Je gaat in de oude afleveringen een beetje terug in de wetenschappelijke tijd, zoals de opwinding in meerdere afleveringen uit 2012 over de ontdekking van het Higgsboson-deeltje. In deze specifieke aflevering krijgen Brian Cox en Robin Ince gezelschap van schrijver en journalist David Aaronovitch, psychologiehoogleraar Richard Wiseman en hoogleraar neurowetenschappen Sophie Scott. Ze gaan in op de vraag waarom we zo goed lijken te zijn in leugens vertellen, maar anderen er juist weer heel slecht op kunnen betrappen. En of dit een van de geheimen kan zijn van het succes van de mens als sociaal dier. Zoals alle afleveringen is het een informatierijke show, waarin ook veel wordt gelachen. Had de NPO maar zoiets.
SERIE TIP VAN DE WEEK (#120)
Podcast: Mina & Mevrouw
Duur: 9 afleveringen van ieder precies 37 minuten
Verschenen: februari 2024
Verschenen bij: VPRO voor OVT en Radio 1. Maker: Maartje Duin
De podcastster van Maartje Duin blijkt nog verder te kunnen rijzen. Na haar geweldige en gelauwerde serie ‘De Plantage van onze Voorouders’ (2020), is er nu een soort spin-off/ vervolg/ tweede seizoen. Voor het radioprogramma OVT van de VPRO dook ze in de geschiedenis van de huishoudster van haar overgrootmoeder, Mina. Mevrouw was een gravin op een kasteel bij Middelburg, Mina was haar inwonende dienstbode. Als achterkleindochter van Mevrouw voelt Maartje Duin al een leven lang ongemak over hun verhouding, die in haar familie wordt voorgesteld als een liefdevolle vriendschap. Kan er liefde zijn, als er zo’n grote ongelijkheid is?
Deze serie gaat de prijzen weer winnen, en dat zou volledig terecht zijn. Maartje vertelt op innemende, zelfbewuste, nieuwsgierige en empathische wijze over haar familie, de geschiedenis van de adel in Nederland, en die van Zeeland in het bijzonder. Ze schetst hele werelden en karakters in audio. Met een regenboogverhaal bovendien. Dit is een bindende luistertip; bedank me later.
KLIKLINKJES
Aletta Becker schreef vorig jaar een gastbijdrage over lezen, luisteren en geloofwaardigheid maar dan vanuit het perspectief van de literatuur.
Er is een nieuwe versie van de populaire Zoom H6 recorder verschenen: de zoom H6 Essential. Reken maar dat Lieven en Botte hier op hebben zitten nerden.
Lees ook de eerdere nieuwsbriefreeks die Botte en Lieven schreven over geluidskwaliteit, en bekwaam jezelf in de Mixen en masteren cursus van de Podcastakademie die in mei plaatsvindt.
Stemmen op de beste podcast aller tijden verkiezing van de VPRO Gids kan nog tot 15 april!
Ik begrijp heus dat je voor promotie op socials bewegende plaatjes nodig hebt, maar ik blijf principieel tegen camera’s in podcaststudio’s
Op het onderzoek van Wiseman valt veel aan te merken, en dat is vast ook gebeurd, dat heb ik in het bestek van deze nieuwsbrief niet allemaal kunnen controleren. Was het cherry picking van mij om dit onderzoek er bij te pakken? Zeker. De resultaten zijn niettemin de resultaten.
Het lost nagenoeg nooit klimaatverandering, oorlogen of milieuproblematiek op, wat ik erg teleurstellend vind.
Een podcast is altijd een manipulatie van de werkelijkheid. Ik vind het opvallend hoezeer de luisteraar dat juist helemaal niet hoort. Tenzij het slecht gemonteerd is. De luisteraar hoort niet de vele knipjes in woorden. Die hoort niet dat er een T aan een woordje werd toegevoegd, of een zucht en een ademhaling die erin werden geplakt. Die valt het niet op dat de emotie wordt opgelicht door de muziek.
Als ik iemand in een podcast zich hoor verspreken is mijn eerste reactie vaak: oeps, wel een hele slechte knip.
Wat mij betreft is dit het doel: dat de luisteraar het niet hoort maar meegevoerd wordt in een verhaal dat een sterke staaltje van de gemanipuleerde werkelijkheid is.