Hallo,
Randy hier, met alweer het op een na laatste deel van de take-over!
Voor lezers die nu instappen, zal ik mijzelf even voorstellen. Ik ben een freelance producent en eindredacteur van verhalende podcasts. Samen met AudioCollectief SCHIK ben ik het afgelopen jaar het podcastlabel Slowpony begonnen, waarmee we ons eigen werk én dat van andere makers produceren. Daarnaast coach ik podcastmakers bij de totstandkoming van hun projecten. Ook heb ik een klein productiehuis, Vossenfilms, waarmee ik filmdocumentaires produceer.
In mijn nieuwsbrieven geef ik jullie een kijkje achter de schermen van de Hilversumse verhalende podcastwereld en probeer ik een antwoord te formuleren op de vragen: Bij wie ligt de verantwoordelijkheid voor een gezonde en eerlijke audiosector, en wat voor stappen kunnen we hierin zetten? Lees mijn eerdere nieuwsbrieven hier, hier en hier.
Deze week: talentontwikkeling binnen de NPO! Tot nu toe kijken we in mijn nieuwsbrieven steeds vanuit het perspectief van (meer) ervaren makers. Maar wat zien we als we naar de sector kijken vanuit de blik van makers die net aan hun carrière in audio zijn begonnen? Waar lopen onervaren makers tegenaan? En wat leren hun ervaringen ons over talentontwikkeling binnen de NPO, en breder: het Nederlandse podcastlandschap?
Veel van mijn werk draait om de ontwikkeling van talent. Ik werkte drie jaar bij VPRO Dorst, een creatieve broedplaats waar jong talent begeleid wordt bij het maken van hun eerste producties. Hier maakte AudioCollectief SCHIK Roes en Bob. Tom Hofland & Pascal van Hulst (bekend van De Blankenberge Tapes) werkten hier aan hun eerste serie Babylon. Ook audiomakers als Julie Blussé, Lotte van Gaalen, Robin van Gelder, Ruben Pest, Babette Rijkhoff en Elfie Tromp maakten hun eerste stappen in de Podcastworkshop van Dorst. Sinds 2020 coördineer ik de Oorzaken Podcast Academy. Daarnaast organiseer ik samen met SCHIK een Summerschool.
Om een antwoord te vinden op mijn onderzoeksvragen, heb ik aan de 50 oud-deelnemers van de Oorzaken Podcast Academy en de Podcastworkshop gevraagd of zij schriftelijk hun ervaringen willen delen. Hieronder lees je dus veel van hun input (waarvoor dank!).
Deze groep is natuurlijk niet representatief voor alle aspirant-podcastmakers. Er zijn veel mensen die starten zonder de kennis, ervaring en contacten die dergelijke trajecten opleveren. Toch denk ik dat we veel kunnen leren van hun ervaringen, omdat de dingen waar zij tegenaan lopen waarschijnlijk ook gedeeld worden door makers die zich (nog) ver buiten Hillywood begeven.
Who’s next
Laten we dit verhaal beginnen met een verkooppraatje voor de Oorzaken Podcast Academy. Hierin worden twaalf beginnende makers opgeleid in het maken van audio. Ze volgen workshops in o.a. interviewen, montage, voice-overs, sound-design en verhaalstructuur. Deelnemers ‘studeren af’ met een eindopdracht, waarmee zij zichzelf presenteren aan de podcastindustrie. Het NPO-fonds ondersteunt de Academy financieel en is onze partner in gesprekken over talentontwikkeling binnen de NPO. Het fonds steekt hier veel tijd en moeite in.
Er zijn al een aantal hele interessante makers voortgekomen uit de Academy. Maar ondanks het enthousiasme van eindredacteuren, omroepen en producenten over hen, lopen deze oud-deelnemers er toch tegenaan dat de wereld buiten het traject heel ingewikkeld blijkt. En zij zijn niet de enigen die daar tegenaan lopen.
Zo schrijft Pascal van Hulst, maker van De Blankenberge Tapes:
“Persoonlijk loop ik niet zozeer tegen grote barricades aan op dit moment. Voldoende werk en mogelijkheden. Maar dat heeft ook te maken met dat ik niet meer de ambitie heb via de NPO een traject in te gaan voor mijn eigen series. Daar zit wel meteen de crux. Het liefst zou ik wel weer een grote, mooie serie voor de NPO willen maken, maar ik merk dat makers, inclusief Tom Hofland en ik, geen trek meer hebben om dat pad te bewandelen. Ondanks dat de NPO het beste platform kan bieden voor je podcast, zowel financieel, productioneel als marketingtechnisch, kiezen veel makers er nu voor om het te vermijden.”
Pascal bevestigt een geluid dat ik zelf ook steeds vaker om mij heen hoor: hij is niet de enige maker die het eigenlijk niet meer ziet zitten om voor de NPO podcasts te maken. Het wordt steeds lastiger voor de NPO om audiotalent vast te houden, zeker met de komst van veel commerciële en internationale spelers in het Nederlandse podcastlandschap. En dat is een groot probleem, want juist podcasts zijn voor de publieke omroep een grote kans om haar eigen doelstellingen te bereiken. En zonder talentvolle, ervaren makers ook geen geweldige podcasts. Laat mij eerst uitleggen waarom de verhalende podcast voor de NPO zo’n grote kans is.
Ik zeg denk ik niets nieuws als ik schrijf dat de NPO slechts incidenteel jonge mensen weet te bereiken. Of als ik schrijf dat de NPO een enorme achterstand heeft opgelopen door te lang te weinig aandacht te geven aan het opbouwen van een online aanwezigheid.
In de innovatieagenda die de NPO onlangs deelde, wordt herkenbaarheid dan ook gezien als een kernwaarde voor de toekomst: hoe blijven we onderscheidend in een online omgeving waarin er veel concurrentie is? Hoe profileren we ons met de publieke waarden die we behartigen?
Maar juist met podcasts is het de NPO wél gelukt om online onderscheidend en herkenbaar te zijn. Mede door de vroege omarming van het medium door het NPO-fonds en de grote rol die o.a. NTR en VPRO samen met talloze makers hierin hebben gespeeld, is het medium ontzettend populair geworden. Kwalitatieve verhalende series als Bob en De plantage van onze voorouders bereiken een groot publiek - jong en oud.
Podcasts blijken hét medium te zijn voor wie een jongere doelgroep met diepgravende (onderzoeks)journalistiek wil bereiken en hen wil interesseren in grote, maatschappelijke thema’s.
NRC bijvoorbeeld zet daarom ook vol in op onderzoeksjournalistiek en audio. Zij zien podcasts als een grote kans om een band op te bouwen met een publiek dat voorheen nog weinig met het NRC in aanraking is gekomen, een publiek dat bovenal ook een stuk jonger is. Ook internationale bedrijven als Podimo en Munck zien kansen in Nederland, en proberen (via productiehuizen als Tonny Media en Dag en Nacht Media) makers en ideeën binnen te slepen.
Is het dan erg als makers zoals Pascal besluiten om hun verhalende podcasts buiten de NPO te maken? Ik denk dat het antwoord daarvan afhangt van wat de ambitie van de NPO is met audio. Wat zijn haar kernwaarden en wat is dientengevolge haar visie op podcasts?
Als de NPO het belangrijk vindt om te investeren in innovatieve online vertelvormen die een groot publiek weten te bereiken met belangrijke onderwerpen, is het antwoord op die vraag: ja. Als de NPO het belangrijk vindt om een duurzame band aan te gaan met een jong en divers publiek, is het antwoord ook ja. En als de NPO het belangrijk vindt om zich online sterk en onderscheidend te profileren, als het belangrijk vindt om maatschappelijke impact te maken - dan is het antwoord wederom: JA!
De nood om audiotalent bij de NPO te houden, om hen meer kansen en begeleiding te geven, is daarom naar mijn idee hoog. Want de grote voortrekkersrol die de NPO heeft verworven op het gebied van verhalende podcasts, dreigt zij nu te verliezen.
Waar loopt talent tegenaan?
Wat en hoeveel er op het spel staat is volgens mij duidelijk. Laten we ons nu richten op de blik van de 50 alumni en de problemen waar zij tegenaan lopen.
Een van de redenen voor de kloof die zij ervaren tussen hen en het werkveld is dat de NPO vooral op zoek is naar plannen voor series, terwijl dat voor veel beginnende makers nog een brug te ver is. Het maken van korte items en documentaires is voor veel makers een belangrijke leerschool geweest, maar juist die mogelijkheden zijn de laatste jaren binnen de NPO weggevallen.
Julie Blussé is de bedenker en organisator van de eerste Podcastworkshop van Dorst (2015) en nam hieraan zelf ook deel. Ze maakte daarna de serie Tijdgeest en werkt sindsdien voor o.a. OVT en NRC.
“Titels als Plots, 1 Minuut, Toendra en Het Leven, een gebruiksaanwijzing waren in feite de laatste radioprogramma’s/podcasts waar mensen over een periode van een paar jaar verhalende audio konden leren maken, en waar ze zich langzaam konden ontwikkelen.
Zelf heb ik nog mee kunnen doen aan Het Leven, een gebruiksaanwijzing, maar sindsdien bestaan dit soort programma’s niet meer. Ervaren makers kunnen nog altijd docu’s maken voor DOCS, OVT of podcastaanvragen doen. Maar voor iedereen die niet van deze generatie is, bestaat er simpelweg geen plek binnen de NPO waar je je structureel als maker van narratieve audio kan ontwikkelen.”
Makers als Julie leerden de kneepjes van het vak doordat ze in de context van een programma verhalende documentaires konden maken en daarin intensief begeleid werden door eindredacteuren Jair Stein en Katinka Baehr (zij hebben trouwens ook een grote rol gespeeld in mijn ontwikkeling: veel van de lessen die ik toepas in mijn werk, heb ik van hen geleerd!).
Ook Lotte van Gaalen begon haar podcast carriere in de Podcastworkshop van Dorst en werkte mee aan Het leven, een gebruiksaanwijzing:
“Qua spanningsbogen maar ook het vakmanschap van een goed radioverhaal maken, is het veel fijner om te oefenen met kortere lengtes. Gewoon 3, 6, 12 of 20 minuten. Ik heb dat zelf gelukkig nog kunnen doen en daar heb ik veel van geleerd. Je kunt nu nog wel een idee pitchen, maar dan wel vooral voor een zesdelige serie met een doorlopend verhaal graag. Terwijl dat best wel radio voor gevorderden is, zeker als je er een artistieke productie met een sterke verhalende kracht van wil maken, en niet puur informatief bijvoorbeeld.”
Ondertussen zegt Hilversum: wij staan open voor diversiteit, nieuwe radiomakers, meld je vooral met ideeën!
Alleen het instapniveau is veel te hoog. Ondertussen zie ik nieuwe makers die het wel aandurven, worstelen met veel te ingewikkelde podcastplannen. Zij moeten tegelijkertijd leren hoe je je microfoon goed gebruikt, interviewt en scènes opneemt, en ook hoe je een podcast van zes afleveringen optuigt en bij een omroep/fonds slijt. Ga er maar aan staan. Gelukkig hebben we nog DOCS voor 'stand alone' verhalen en de paar plekken per jaar die OVT beschikbaar heeft voor makers die niet in dienst zijn.
Niet alleen voor je ontwikkeling als maker zijn korte formats belangrijk, maar het gebrek eraan is ook armoede voor de luisteraar. Een verhaal dat heel waardevol kan zijn en je blik kan verbreden, kan misschien niet de spanningsboog van een hele serie dragen. Dat verhaal krijgen we nu dus niet te horen omdat er geen plekken binnen de NPO voor korte verhalen meer bestaan.”
Voor documentairemakers resteert dus nog maar één platform waar je losstaande documentaires voor kan maken: de podcast DOCS. Maar die mogelijkheid ontbreekt totaal voor makers van fictie.
Zo schrijft Lieselot Mariën (Oorzaken Academy, lichting 2021):
“Ik merk dat het erg moeilijk is om, zonder kilometers (of zelfs meters) op de teller, een nest te vinden waar ik een ei in zou kunnen leggen. Daardoor moet ik mijn aandacht noodgedwongen verleggen naar meer documentair werk. Wat ik zou kunnen gebruiken is een setting waarin ik het vertrouwen krijg om een fictieproject uit te werken, en vooral ook het forum om het vervolgens te laten horen. Bijvoorbeeld een laagdrempelig platform waar beginnende fictiemakers kunnen pitchen, een soort tegenhanger van DOCS.”
Help! Is er een podcastdokter in de zaal?
Uit de antwoorden van de oud-deelnemers blijkt dat de audiowereld als weinig transparant wordt ervaren en dat je weinig houvast wordt geboden. Zo schrijft Naomi Steijger, die in 2019 deelnam aan de Oorzaken Academy:
“Het is ontzettend moeilijk om je weg te vinden in omroepland als beginnende audiomaker. En dan heb ik nog geluk gehad met mijn deelname aan de Academy. Het is heel fijn om terecht te kunnen bij DOCS, maar het is soms ook lastig omdat je ergens naar toe werkt, je oefent, je maakt, je hebt een klein budget om iets te doen, maar daarna voelt het nog steeds alsof je heel erg je plek moet vinden in de audiowereld. Het voelt soms nog wat onduidelijk waar je naartoe werkt. Ik mis inhoudelijke gesprekken over mijn voortgang daarin, om koers te bepalen en toe te werken naar bijvoorbeeld een audio serie, naar de volgende stap in mijn makerschap.”
Ik herken wel wat Naomi schrijft. Het is niet gebruikelijk dat audiomakers veel begeleiding krijgen in hun artistieke ontwikkeling. Binnen de NPO is Marion Oskamp van de NTR (alias: de Podcastdokter) een van de weinige personen bij wie je als onervaren maker kan aankloppen. Dit is iets dat ik veel meer zie gebeuren binnen de filmwereld.
De kloof (nee, niet de gelijknamige podcast!)
In de filmwereld investeren producenten in de ontwikkeling van talentvolle makers door in een vroeg stadium van hun carrière kleinere projecten met hen te maken - vanuit het idee dat je daarna grotere projecten met diegene kan maken.
Voor producenten van audio is het lastig om die rol in te nemen vanwege de beperkte budgetten. De vergoeding die je als producent krijgt (de producer’s fee, zie mijn vorige nieuwsbrief) is immers een percentage van het totaalbudget van een podcast. Aangezien die budgetten erg laag zijn, betekent dit dat maar een klein deel van je tijd betaald kan worden als producent.
Dit maakt het voor een producent minder aantrekkelijk om te investeren in een onervaren maker, omdat diegene waarschijnlijk meer tijd van je nodig heeft dan een maker die al beter weet hoe alles werkt. Er is ook geen zicht op een toekomst waar je met die maker met grotere budgetten kan werken met een maker, waardoor je een eerste samenwerking ook niet kan zien als een investering.
Dit creëert een situatie waarin er een kloof is ontstaan tussen de mogelijkheden voor makers met veel ervaring, en die zonder die ervaring. Een die moeilijk te overbruggen is. Want om een serie te maken wordt ervaring gevraagd, maar het is het heel moeilijk om die op te bouwen. Zo schrijft Sandro van der Leeuw (Oorzaken Academy, lichting 2020):
“De discrepantie tussen ‘nieuw talent’ willen, maar tegelijkertijd verwachten dat we al volleerde makers zijn, daar klopt iets niet.”
Ook Zvezdana Vukojevic (Oorzaken Academy, lichting 2020) ervoer dit toen ze na afloop van de cursus een project wilde starten:
“Ik merkte al snel na de Academy dat ik echt een beginner was. Producenten zijn huiverig om met een beginnend maker aan de slag te gaan, maar een plek om meer te kunnen leren kon ik ook niet echt vinden.”
Podcast maken, een elitaire bedoeling?
Meerdere oud-deelnemers noemen het gebrek aan besef van de kwetsbare situatie van freelancers bij omroepen en de NPO. De slechte financiële omstandigheden waarin makers regelmatig moeten werken, in combinatie met het gebrek aan toekomstperspectief, zorgen ervoor dat sommige makers overwegen om te stoppen. Of misschien ook wel om er überhaupt nooit aan te beginnen.
Nu komen we tot een belangrijk punt.
In mijn eerste en tweede nieuwsbrief schrijf ik al over hoe het gebrek aan kennis over de kosten van een verhalende podcast, leidt naar een situatie waar makers niet de tijd in een project kunnen stoppen die noodzakelijk is om iets van waarde te maken. Of tenminste: als ze betaald willen worden voor (het grootste gedeelte van) hun tijd. Dit maakt ook dat ik - en vele andere makers - met een kritisch oog kijken naar de ambitie van de NPO om een meer divers palet aan makers te ondersteunen.
Want als audiomakers niet eerlijk betaald worden voor hun werk, en je voor jezelf ook geen toekomst voor je kan zien waarin dat wel gebeurt, wordt het maken van podcasts alleen weggelegd voor makers die er niet van hoeven rond te komen. Grootschalige producties maken is dan alleen weggelegd voor de welgestelden, of mensen die partners of ouders hebben die goed verdienen. Het maakt podcast maken tot een elitaire bedoening, iets wat je doet naast andere werkzaamheden.
Naar mijn idee druist dit tegen het hart van het medium in, omdat de podcast juist hét medium is waarin meer verschillende stemmen en perspectieven een plek kunnen krijgen - precies de ambitie van de NPO dus. Als het zo door gaat, wordt uiteindelijk ook het publiek de dupe van dit gebrek. Zo schrijft Julie:
”Als we accepteren dat werk in de creatieve sector nou eenmaal niet behoorlijk betaalt, dat dan betekent dat heel veel briljante audiomakers en journalisten die ons met geweldige verhalen zouden kunnen verrijken en vermaken daar dan geen kans toe krijgen. Dat is voor iedereen een verlies. Dat lijkt me geen goede zaak voor een publieke omroep.”
Audiobobo’s gezocht
Veel alumni van de Oorzaken Podcast Academy schrijven dat zij er tegenaan lopen dat er binnen het audiolandschap een gebrek aan informatie is over de werking daarvan. Voor makers die geen oud-deelnemer van deze workshop zijn zal dat waarschijnlijk nog veel erger zijn. Het blijkt bijvoorbeeld heel moeilijk om zicht te krijgen bij wie je kan aankloppen met plannen. Wie moet je kennen? Wie is waar op zoek naar?
Juist hier kunnen we - ook met beperkte financiële middelen - een slag in maken. Het NPO-fonds en/of de NPO kan bijvoorbeeld een talentcoach aanstellen, iemand die kan dienen als aanspreekpunt en sparringspartner voor audiomakers. Deze functie is er wel al bij het NPO-fonds, maar dan alleen voor videomakers - niet voor audio (zie bijvoorbeeld deze overzichtspagina ‘talent’ van het NPO-fonds).
De NPO en het NPO-fonds kunnen meer inzicht geven in de werking van het landschap door inzichtelijk te maken bij wie je moet aankloppen met je plannen en vragen. Voor videomakers hebben zij dit al in kaart gebracht (zie bijvoorbeeld deze pagina), net als een overzicht van waar omroepen op zoek naar zijn.
Mochten er trouwens audiobobo’s zijn die deze nieuwsbrief lezen en denken: ik wil in contact komen met al dat talent! Stuur mij dan een mailtje, want ik beheer verschillende alumni-groepen waar ik vacatures en oproepjes in kan delen: vermeulen.randy@gmail.com.
Het is niet alleen maar kommer en kwel
Het is ook goed om te benoemen dat er veel oud-deelnemers zijn die daarna wel een vliegende start hebben kunnen maken en inmiddels werken als fulltime audiomaker. Een van hen is Ruben Pest. Hij volgde in 2016 eerst de Podcastworkshop, maakte daarna bij Dorst Het maakbare geweten en vervolgens deed hij in 2019 mee aan de Oorzaken Podcast Academy. Hij werkt nu bij NRC Audio.
“Op het moment dat ik de workshop van Dorst volgde, merkte ik dat er steeds meer mensen om mij heen naar podcasts luisterden. Het was duidelijk in opkomst. Dat voelde als een kans, als ik door kon pakken dan bleef ik misschien wel in die voorhoede hangen en gaan er hopelijk deuren open. Als iets nog in prille ontwikkeling is en je er íets vanaf weet dan ben je al snel waardevol, ook al ben je geen expert.
In 2019 deed de volgende kans zich voor: de eerste Oorzaken Academy. Binnen de Academy ontwikkelde ik de podcast Ronnie. Tijdens de ontwikkeling daarvan had ook NRC het medium ontdekt. Zij zochten mensen met audio ervaring en met Het Maakbare Geweten en Ronnie op mijn CV kon ik als freelancer beginnen.
De ervaring van de golf die ik pakte bij VPRO Dorst heeft ervoor gezorgd dat ik nu door gesurfd ben naar full time audio maker bij NRC en dat ik daarvan kan leven. Uiteraard heb ik daar hard mijn best voor gedaan, maar ik denk wel dat ik geluk heb gehad met de samenkomst van: de opkomst van het medium, hoe goed het medium bij mij als maker paste en de kansen die VPRO Dorst, de Oorzaken Podcast Academy en NRC Audio gaf.
Ik ben heel blij met waar ik nu sta als maker, maar ik denk niet dat de NPO in mij een voorbeeld moet zien. Ik zie veel makers die moeite hebben om zich te ontwikkelen als audiomaker. Dat ik kon mee surfen op die golf is denk ik een uitzondering.”
Ook Julie heeft ontzettend veel gehad aan de Podcastworkshop, maar vooral ook aan de stappen die zij daarna heeft gemaakt. Zij geeft makers dan ook het volgende advies mee:
“Audiomakers moeten beseffen dat er helaas (voor nu) niet zoiets bestaat als een loopbaan ‘verhalend audiomaker’ in Nederland. Als mensen zich willen bekwamen in dit genre, dan raad ik ze aan om goed na te denken over welke vaardigheden ze willen ontwikkelen, en in welke posities je die kan leren.
Dus: wil je een goede verteller van persoonlijke verhalen worden? Schrijf korte verhalen, of doe mee aan Echt Gebeurd. Wil je goede onderzoeksjournalistiek plegen? Volg een stage bij de Groene of Investico. Wil je leren monteren? Ga aan de slag bij NRC audio. Wil je beter interviewen? Ga werken bij een krant, radioprogramma of debatcentrum. Al die vaardigheden kan je later toepassen als je een eigen podcast gaat maken.
Ik heb zelf heel veel geleerd van mijn werk bij NRC, vooral als editor. Ik heb denk ik wel een stuk of 100 afleveringen gemonteerd voor NRC Vandaag, en dat zijn naar schatting zo'n 1300 uren monteren in Pro Tools. Dan leer je het wel. Daarnaast leer ik elke werkdag bij OVT bij over hoe je o.a. gespreksopzetten maakt, een invalshoek bepaalt, of informatie doseert. Iedereen die het gat tussen eigen ambities en de NPO te groot vindt, zou ik aanraden om werk te vinden (zoals bij NRC of andere mediabedrijven die podcasts maken) waar je je kan ontwikkelen, maar ook betaald wordt. Staar je er niet blind op dat dat werk niet 100% samenvalt met je persoonlijke stijl of interesses. In je avonduren zelf oefenen kan nooit opwegen tegen wat je leert in 40 uur per week werken.
Audio leren maken is naar mijn idee iets wat heel veel tijd kost en als je niet de kans krijgt om het 100x te oefenen dan heb je er niet zo heel veel aan.”
Daarom is het belangrijk dat de NPO ook binnen Hillywood kansen creëert voor makers om héél veel meters te maken. En die mogelijkheden om ervaring op te doen binnen omroepen moeten er wel zijn, toch? Zeker gezien veel TV-programma’s nu een podcast willen. Is het werk er dan wel, maar is het niet zichtbaar voor de makers?
Ik denk dat de NPO beter kan nadenken over hoe zij informatie voor en over makers kan bestendigen en over hoe zij deze makers kunnen koppelen aan de behoeften van bestaande redacties. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat talent daar aansluiting bij kan vinden?
Het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (Fonds BJP) biedt redacties en makers verschillende mogelijkheden aan om hen daarbij te ondersteunen. Zo is het Fonds in 2018 de Regeling Jong Talent gestart. Dit traject biedt plaats aan 10 onderzoeksjournalisten, die een jaar lang betaald op een redactie werken. Maarten van Gestel is bijvoorbeeld via deze regeling trainee geworden bij Trouw. In zijn tijd daar heeft hij veel van zijn tijd kunnen steken in het oefenen met audio, wat resulteerde in zijn podcast De Schrik van Roden.
Daarnaast kan je als journalist bij het Fonds BJP een beurs aanvragen voor talentontwikkeling: de Beurs Expertisebevordering. Hiermee kan je de kosten dekken van een opleiding en een vergoeding aanvragen voor de tijd die je daarin stopt. Mocht je vragen hebben over deze twee regelingen, kan je contact opnemen met Evelien Kunst, de coördinator talentontwikkeling (talentontwikkeling@fondsbjp.nl).
Uit de oude trukendoos
Deze mogelijkheden om meer ervaring op te doen zijn alleen voor journalisten. En daarmee vallen andere makers buiten de boot. Zo schrijft Janna Reinsma (Oorzaken Academy 2020):
“Ik loop er wel tegenaan dat wat ik interessant vind (meer essayerend, of 'klein-menselijk' werk, waarbij de uitkomst niet van tevoren vaststaat, en fictie) niet altijd strikt journalistiek is. Ik heb het idee dat er voor aspirant-makers van duidelijke journalistieke non-fictie meer mogelijkheden zijn om meters te maken en door te groeien.”
Misschien klinkt dit niet als een innovatieve oplossing voor dat probleem, en wellicht is het een hele naïeve gedachte, maar zou het niet mogelijk zijn om DOCS een som geld te geven, voor een X aantal extra documentaires per jaar? Of te investeren in een programma zoals Plots, de kweekschool waar makers als Maartje Duin en Laura Stek veel ervaring hebben kunnen opdoen?
Om maar weer de vergelijking met film uit de trukendoos te halen: daar had je in 2020 het traject De straat, waar verschillende makers onder één noemer korte films maakten. Daarvoor was er het Deltaplan Film, bestaande uit KORT!, One Night Stand en De Oversteek - een route die je als maker kon doorlopen waarbij je bij elke stap werkte aan een film met een langere lengte en met meer budget.
De NPO en het NPO-fonds zouden ook een traject kunnen initiëren zoals de eerder genoemde Regeling Jong Talent, zodat makers meters kunnen maken op redacties binnen de NPO. Binnen audio is daar echt een grote behoefte naar.
De komende maanden probeer ik de kloof tussen de alumni en het werkveld alvast wat te verkleinen door een verdiepende editie van de Oorzaken Podcast Academy te organiseren. Zes oud-deelnemers worden daarin begeleid bij de ontwikkeling van een plan voor een korte serie én het maken van een pilot. Hun projecten worden op het einde van het traject feestelijk gepresenteerd, waarna producenten, omroepen en kranten met elkaar hopelijk gaan strijden om de gunsten van de makers. (Mocht je als audiobobo interesse hebben in de resultaten hiervan en bij de eindpresentatie willen zijn, weet je mij te vinden!)
Een make it or break it moment voor de NPO
De podcast is populairder dan ooit en een jonge doelgroep luistert bijna niets anders meer. Podcasts zijn voor het publiek een belangrijk en gewaardeerd onderdeel geworden van hun mediagebruik, dus zou de NPO daar moeten zitten. Daarom is het nu tijd dat omroepen, NPO en het NPO-fonds audio ook als een volwaardig medium gaan zien en daarnaar gaan handelen.
Eerder in deze nieuwsbrief stelde ik de vraag: is het eigenlijk een probleem als makers hun ervaring en ideeën meenemen naar (commerciële) organisaties buiten de NPO? Nee, ik denk dat het goed is als audiomakers op meer plekken ervaring kunnen opdoen én ik denk dat concurrentie makers meer autonomie en onderhandelingsruimte kan geven. Dat is in de televisie- en filmwereld niet anders.
Maar het wordt problematisch als de keuze van makers om hun heil elders te halen, uit noodzaak wordt geboren. Als makers geen toekomst meer voor zich zien binnen de NPO. Want daarmee gaan ook belangrijke en mooie verhalen en perspectieven verloren. Daarom moeten we de visie en ervaringen van ‘nieuw’ talent serieus nemen en kijken hoe we hen bij de publieke omroep kunnen blijven houden, zodat de NPO en haar publiek daar de vruchten van kan blijven plukken.
De podcastindustrie verandert en groeit snel. Er is nog een kans voor de publieke omroep om hierin een sterke positie te verwerven en niet een (schijnbaar) onoverkomelijke achterstand op te lopen, zoals dat naar mijn idee wel zo is bij online video.
Want juist nu er door veel commerciële partijen ingezet worden op chat-podcasts, is dit het moment dat de NPO en haar makers zich kunnen blijven onderscheiden door integere, maatschappelijk relevante, journalistiek afgewogen, kwalitatieve en impactvolle top-producties te maken die elders (nog) weinig gemaakt worden.
Cliffhanger
Is de ontwikkelingsaanvraag van Lieven goedgekeurd door het NPO-fonds? En is zijn bod op een koophuis geaccepteerd? Je leest het in de finale van mijn nieuwsbrief take-over: R.I.P. Verhalende podcasts in Nederland. Deze laatste editie wordt gevuld met een ratjetoe aan mogelijke oplossingen om de verhalende podcastwereld te verbeteren. Mis ‘m niet! Zoals altijd ontvang ik graag reacties op de nieuwsbrief, die kan je sturen naar vermeulen.randy@gmail.com
Veel dank aan Anna Beerstra, Julie Blussé, Jotte den Dulk, Janna Reinsma en Lieven Heeremans voor hun eindredactie. En natuurlijk veel dank aan alle makers die een bijdrage hebben geleverd.
PODCAST TIPS VAN DE WEEK #61
Er zijn al een aantal hele interessante makers uit de Oorzaken Podcast Academy voortgekomen. Zo volgde Mina Etemad de Academy in 2021 en werkte daarbinnen aan haar mooie documentaire Volwassen lachen niet. Mandula van den Berg maakte na de Academy de documentaire Kreeftentemmers. En Naomi Steijger maakte sinds haar deelname in 2019 verschillende documentaires voor DOCS, waaronder Heem en Honk. Alle drie zijn het makers met een sterke signatuur. Ik ben super benieuwd naar wat zij en de 37 andere hele goede makers van de Oorzaken Academy in de toekomst gaan maken!
Dan wil ik ook nog twee relatief onbekende podcasts tippen, die deelnemers van de Podcastworkshop van Dorst hebben gemaakt. Allereerst Niks was minder waar van kunstenaar Bert Scholten. In deze driedelige podcast vertelt Bert over toevallige volkshelden, mensen die in een rol geduwd worden waar ze zelf nooit écht voor hebben gekozen. Bert noemt zijn werk ‘figuratieve popmuziek’: elektronische punknummers waarin hij herkenbare situaties schetst. In Niks was minder waar laveert hij als interviewer, zanger, troubadour en voice-over tussen biograaf, hoorspel-regisseur en muzikaal essayist. Ik vind het leuk hoe deze podcast niet lijkt op iets anders binnen podcasts. Ik vind zijn werk echt te gek. Bert maakte als eindopdracht van de workshop ook dit toffe werk: Drijfveren.
Daarnaast zou ik graag de podcast Het maakbare geweten willen tippen, van Robin van Gelder en Ruben Pest. In deze serie ontrafelen Robin en Ruben de werking van het magische geweten. Wat is het eigenlijk? Maakt het ook fouten? Hoe beïnvloedbaar is het geweten en is het wel te vertrouwen? De podcast is filosofisch, speels en eigen. Ik ben benieuwd wat jullie vinden!
Kliklinkjes
De deadline voor de Oorzaken Podcast Academy (als je nog durft) is op 7 maart.
De Stichting Verhalende Journalistiek organiseert een traject voor makers waarbinnen ze hun plannen voor verhalende podcasts verder kunnen ontwikkelen: de Meestervertellers Academie. (Lieven heeft hier vorig jaar aan meegedaan en vond het leuk!)
Leren werken met audio kan ook bij de Podcastakademie, bijvoorbeeld in de cursus Sound Design die Michiel van de Weerthof in mei verzorgt. De enige toegangseis is geld, en dat kan je misschien wel zakelijk opvoeren?